paragraaf 2

De belangrijke begrippen in paragraaf 2 zijn: nettokracht, evenwicht van krachten, versnellen, vertragen, versnelling. Door de wrijving moet je altijd blijven fietsen natuurlijk rol je een beetje door maar door de wrijving zal dit niet eindeloos door kunnen gaan in de ruimte kan dit wel neem als voorbeeld een ruimteschip wanneer je eenmaal in de ruimte bent heb je de motor alleen nog nodig als de koers of snelheid veranderd moet worden denk hierbij maar aan de eerste wet van Newton zonder tegenwerking kan er geen snelheidsverandering voorkomen. Wanneer je met constante snelheid fietst trap je alleen maar om de wrijvingskracht op te heffen. Bij versnellen of vertragen heb je kracht nodig. Als er 2 krachten in tegengestelde richting in gaan is de nettokracht het verschil tussen die 2

 

Evenwicht van krachten speelt wanneer de nettokracht gelijk staat aan 0 dit gebeurt wanneer een voorwerp stil staat of beweegt met een constante snelheid of wanneer 2 tegenwerkende krachten even groot zijn.

 

Als de nettokracht geen 0 is zal het voorwerp versnellen of vertragen. Het veranderen van de snelheid heet de versnelling, als het voorwerp in een korte tijd sterk van kracht toeneemt is de versnelling groot dit kun je aantonen in een snelheid-tijd-diagram wanneer de lijn heel stijl is.  Een versnelling is constant wanneer de kracht gelijkmatig toeneemt.

 

Een constante nettokracht zorgt voor een constante versnelling . Een constante kracht die hiermee te maken heeft is de zwaartekracht, als een voorwerp valt neemt de snelheid gelijkmatig toe de luchtweerstand kan hier als tegenwerkende kracht werken zonder dit zou het voorwerp alleen maar sneller vallen. De snelheid van een remende auto neemt ook gelijkmatig af het remsysteem zorgt hiervoor. De remvertraging is het aantal m/s dat je vertraagt. De snelheid verschilt kijk bijvoorbeeld naar het verschil van een vallend blaadje en een vallende appel. Als je een voorwerp zacht wil laten vallen moet je de wrijvingskracht vergroten denk maar aan een parachute.

 

Als een voorwerp valt gaat het door de zwaartekracht steeds groter waardoor de luchtweerstand steeds groter wordt hierdoor wordt de nettokracht steeds kleiner de versnelling dus ook. het voorwerp blijft versnellen tot de luchtweerstand even groot is als de zwaartekracht op dat moment is de nettokracht nul en blijft het voorwerp vallen met een constante snelheid.

 

Bij een grotere massa is een grotere versnelling nodig om even hard te versnellen als bij een kleinere massa. Snelheid heeft tijd nodig, het duurt even voordat jij op snelheid bent na wegfietsen.

 

Isaac Newton had 3 wetten opgesteld zie afbeelding 1 deze zijn heel belangrijk voor dit onderwerp