In paragraaf 3 wordt er veel gesproken over de zogenaamde stroboscoopfoto.

Dat is een foto die een verplaatsing van een bepaald object weergeeft, de 

camera (stroboscoop) maakt meerdere foto's met vaste tussenpozen.

Met deze stroboscoopfoto's kun je de snelheid van een object bepalen door

middel van een grafiek deze noemen we de plaats tijd diagram.

In een plaats tijd diagram zie je hoe de snelheid van een object veranderd,

dat kun je zien aan de vorm van de lijn.

Bij een constante snelheid zie je een rechte lijn zonder buigingen.

Bij een optrekkende snelheid wordt het een holle lijn.

Ook kun je zien aan de helling (steilheid van de lijn) hoe snel het object gaat des te meer helling des te sneller het object gaat

Ook wordt er in deze paragraaf de remweg besproken, dat is de afstand die een voertuig erover doet om tot stilstand te komen dit hangt natuurlijk van de weg, de remmen en de snelheid af.

Maar voordat je op de rem drukt moet je er ook nog op reageren, dit noemen we de reactieafstand, dit samen met de remweg noemen we de stopafstand.